
Voor vrachtwagens en bestelwagens is het relatief eenvoudig om kostenefficiënt de werkelijke operationele prestaties (zoals snelheid en route), condities, energieverbruik en emissies te monitoren.
Voor binnenvaartschepen is dit uitdagender vanwege de grote verscheidenheid aan parameters. Het programma ‘Meten op Schepen’ is geïnitieerd door de Topsector Logistiek om deze belangrijke parameters en prestaties te meten en vast te leggen in de realiteit van de binnenvaart, gericht op CO₂-uitstoot en luchtverontreinigende stof(fen) (NOx).
Het doel is inzicht te krijgen in daadwerkelijk verbruik, door dit te koppelen aan bijvoorbeeld activiteiten (wachten, varen, etc.), beladingsgraad en motorvermogen.
Dit hebben we gedaan in de binnenvaart door bij 19 verschillende schepen een jaar lang te meten bij de bron en dit te combineren met externe data om extra inzichten te krijgen. Uiteindelijk hebben 10 containerschepen, 4 bulk schepen en 5 tankers meegedaan. Daarnaast is er bij 4 sleepboten ook aan de pijp gemeten en door middel van trillingen vastgesteld wat het motorverbruik was en de bijbehorende CO₂- uitstoot. Daarna werd middels een algoritme vastgesteld wat de activiteit was die bij de uitstoot hoorde en verwerkt tot een dashboard.
De belangrijkste onderzoeksvraag was:
Kunnen we inzicht krijgen in wat voor de meeste uitstoot zorgt? Is er laaghangend fruit in bijvoorbeeld vaargedrag, beladingsgraad en motorvermogen om zonder ingrijpende maatregelen toch CO₂-uitstoot te verminderen? Kunnen we op deze manier CO₂ alloceren aan een specifieke zending om te voldoen aan de CSRD?
Conclusies: bij de bron meten levert real-time inzicht in emissies en invloed van vaargedrag op
Een jaar lang 19 binnenvaartschepen bij de bron meten, levert nauwkeurigere emissiemodellen op en een uitgebreide dataset ten behoeve van verduurzamingsbeslissingen en duurzaamheidsrapportages (conform ISO14083 richtlijnen). Voor de schippers levert het real-time informatie op over emissies en hun brandstofverbruik en hoe hun vaargedrag hierop invloed heeft.
Andere belangrijke conclusies uit het onderzoek zijn:
- Het kan met bestaande technologie: Nauwkeurig en betrouwbaar de uitstoot per zending rapporteren volgens ISO14083.
- De huidige kengetallen per scheepstype zijn vreemd gekozen. Het voorstel is om kengetallen per route, stroomopwaarts/-afwaarts en type lading te gebruiken.
- De huidige kengetallen zijn te hoog.
- Bij lage waterstanden heeft 10 cm diepgang een enorme impact op capaciteit en uitstoot.
Verduurzamingspotentie
Kengetallen (emission intensity factors) die uit de metingen komen zijn factor 2 tot 3 hoger dan die nu door o.a. GLEC opgegeven worden. Het grote nadeel hiervan is dat koplopers die met primaire data gaan rapporteren, er volgens CountEmissions optisch veel slechter uitkomen dan bedrijven die terugvallen op secundaire data. Hier is een aanpassing nodig.
Het effect van laag water is dat er een steeds grotere marginale toename van uitstoot per ton km is: 10 cm minder diepte kan leiden tot +30% meer uitstoot per ton km. Wanneer deze data beschikbaar komt, dan is het mogelijk om de economische en uitstoot effecten van laag water in de Rijn te kwantificeren.
Het kunnen rapporteren met primaire data op basis van instrumentatie kan koplopers een concurrentievoordeel geven. Dat vraagt om default secundaire data die duidelijk hogere uitstootwaarden geeft dan best-of-class schippers en creëert besef bij verladers van het verschil.
Bewust sturen op lager verbruik heeft ook effect. Het actief aanpassen van het vaargedrag door de schipper kan grote verschillen (tot wel 50% of meer) in uitstoot per ton km geven. Het is daarom belangrijk om een schip goed te instrumenteren. Dit is een investering die zich snel terugverdient, doordat de schipper de effecten kwantitatief kan inzien en optimaliseren. Dit levert direct forse besparingen in brandstofverbruik en uitstoot. Zonder goede instrumentatie moet de schipper terugvallen op vuistregels.
Dit is een snelle manier om te reduceren zonder investeringen op brandstoffen of technologie voor diegenen die nog niet meten. Koplopers doen dit al.
Er zijn grote verschillen tussen routes in uitstoot per ton km. Dit komt vooral door een maximale aflaaddiepte (effecten van drempels) in de betreffende vaarwegen. Dat betekent dat een voorspelling op basis van kengetallen gedifferentieerd moet worden gemaakt. Hiervoor zijn route en de actuele maximale aflaaddiepte bepalend voor het kengetal.